Kinderalimentatie krijgt voorrang: wat betekent de nieuwe wet?
Op 19 november heeft de eerste kamer de ‘Wet preferente status kinderalimentatieschuld’ aangenomen. Dit betekent dat er een wijziging komt in boek 3 van het Burgerlijk Wetboek. De wijziging gaat waarschijnlijk per 1 juli 2025 in. Meer weten over wat de wetswijziging inhoudt? Lees dan verder.
Verhalen kinderalimentatie
Indien de kinderalimentatie niet wordt voldaan door de alimentatieplichtige ouder, kan de alimentatieschuld worden verhaald op hem of haar. In het geval er meerdere schuldeisers zijn, wordt er aan de hand van de rangorde van de vorderingen bepaald hoe de opbrengst van het verhaal dient te worden verdeeld. Aangezien de vordering ten aanzien van de kinderalimentatieschuld momenteel geen hogere rang heeft, is het een concurrente schuld. Dit betekent dat er een grote kans is dat er andere schulden zijn, met een hogere rang, die voorrang krijgen. Het kan dus gebeuren dat, na betaling van de vorderingen met hogere rang, er geen middelen meer over zijn om de kinderalimentatie te voldoen. Hierdoor vist de alimentatiegerechtigde achter het net.
De rangordes van vorderingen
De wet voorziet in een rangorde voor vorderingen bij een faillissement, waarbij schuldeisers met een hogere rang grotere kans maken op betaling.
Eerste rang
In de eerste rang bevinden zich de boedelvorderingen, ofwel de boedelschulden. Dit betreffen schulden die zijn ontstaan na uitspraak van het faillissement. Het gaat dan bijvoorbeeld om de salariskosten van de curator of de huur vanaf de faillissementsdatum. Niet alle schulden die na datum van het faillissement zijn ontstaan, zijn boedelschulden (opeisbaar). Het moet om verifieerbare schulden gaan, of wel schulden waardoor de boedel is gebaad. Doorlopende abonnementen bijvoorbeeld, worden niet als boedelschulden aangemerkt.
Tweede rang
De tweede rang is gereserveerd voor de zogenaamde “preferente vorderingen”. Nadat de boedelschulden zijn voldaan, komen de vorderingen uit art. 288 van Boek 6 BW aan bod. Dit betreft onder andere loonvorderingen en kosten voor lijkbezorging.
Derde rang
De derde rang bestaat uit de “concurrente vorderingen”. Dit zijn schulden die ontstaan zijn na de levering van een product of dienst, waarbij de betaling nog uitstaat. Denk aan abonnementskosten en openstaande facturen van leveranciers en/of zorgverzekeraars. De kinderalimentatieschuld valt hier op dit moment ook nog onder.
Postconcurrente schuldeisers
Een andere groep zijn de postconcurrente schuldeisers, zoals aandeelhouders. Zij ontvangen pas een betaling nadat de concurrente schuldeisers zijn voldaan.
Seperatisten
Tot slot zijn er de seperatisten, schuldeisers die beschikken over een hypotheekrecht of pandrecht. Zij hebben een bijzonder recht, omdat zijn in principe geen rekening hoeven te houden met de overige schuldeisers, maar alleen met andere separatisten. De vordering van een seperatist staat daarmee los van een faillissement.
Wet preferente status kinderalimentatie
Door de Wet preferente status kinderalimentatie wordt de vordering tot betaling van kinderalimentatie verplaatst van de derde rang, de concurrente vorderingen, naar de tweede rang, de preferente vorderingen. Deze wijziging wordt doorgevoerd door een toevoeging aan art. 288 van Boek 6 BW, het artikel waarin de bevoorrechte vorderingen worden opgesomd.
Meer weten?
Heb je vragen over kinderalimentatie? Onze specialisten staan klaar om je te helpen. Neem gerust contact met ons op voor persoonlijk advies.