Didam-arrest gemeente Zevenaar
Veel gemeenten worstelen met de toepassing van het Didam-arrest. Zo ook de gemeente Zevenaar, blijkt uit een recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland.
WAT IS ER AAN DE HAND?
De gemeente Zevenaar heeft 23 kavels aangeboden door middel van meerdere uitgifteprocedures. In deze uitgifteprocedures is de rangorde van geïnteresseerde kopers door de gemeente vastgesteld aan de hand van het moment van inschrijving. De gemeente heeft aan de geïnteresseerde kopers de rangschikking bekend gemaakt. De koopovereenkomsten lagen klaar om ondertekend te worden.
Vervolgens is de gemeente naar aanleiding van het tussentijds gepubliceerde Didam-arrest van mening dat deze uitgifteprocedures in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. De gemeente staakt de werking van voornoemde uitgifteprocedures en maakt kenbaar een andere uitgifteprocedure te willen organiseren. In deze nieuwe procedure wordt de rangorde niet vastgesteld op basis van het moment van inschrijving, maar op basis van een loting. Deze nieuwe procedure wordt hierna aangeduid als uitgifteprocedure op basis van loting.
Geïnteresseerde kopers die op basis van de eerdere uitgifteprocedures (op basis van het moment van inschrijving) in aanmerking kwamen voor een kavel, maar door de nieuwe procedure daar niet meer zeker van zijn, zijn een procedure gestart bij de rechtbank. In die procedure vorderen zij allereerst een voorlopige voorziening op grond waarvan de gemeente – tijdens de duur van procedure - de nieuwe uitgifteprocedure op basis van loting niet mag organiseren.
Is de uitgifteprocedure op basis van moment van inschrijving van de gemeente Zevenaar in strijd met het Didam-arrest?
Het voorlopige oordeel van de rechtbank Gelderland is dat het uitgeven van gemeentelijke grond op basis van het moment van inschrijving niet in strijd is met het Didam-arrest. Deze regel is namelijk toetsbaar en transparant, omdat alle inschrijvingen zijn bijgehouden in een lijst. Het is waarneembaar wie zich op welk moment heeft ingeschreven. Bovendien is deze spelregel volgens de rechtbank redelijk, omdat de gemeente op die manier tegemoet komt aan de wensen en belangen van geïnteresseerde kopers die al heel lang en heel graag in de gemeente willen (blijven) wonen.
Heeft de gemeente onrechtmatig gehandeld door het afbreken van de eerdere uitgifteprocedures?
De geïnteresseerde kopers mochten er gerechtvaardigd op vertrouwen dat er een koopovereenkomst tot stand zou komen. Het ondertekenen van de koopovereenkomst was enkel nog een formaliteit, omdat partijen niet meer konden onderhandelen over de inhoud van de koopovereenkomst. Kortom, de gemeente had de uitgifteprocedure niet mogen staken. Doordat de gemeente de procedure ten onrechte heeft gestaakt, is het voorlopig oordeel dat zij onrechtmatig handelt jegens de geïnteresseerde kopers.
De rechtbank concludeert voor dit moment dat het de gemeente verboden is om de nieuwe uitgifteprocedure te starten, totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure. In de bodemprocedure staat de vordering tot toewijzing van kavels conform de eerste uitgifteprocedures, dus uitgifte op basis van moment van inschrijving, centraal.
MEER WETEN?
Twijfel je als gemeente of je in strijd handelt met het gelijkheidsbeginsel? Of wil je als particulier/projectontwikkelaar weten of de gemeente in strijd handelt met het Didam-arrest? Neem dan gerust contact met ons op.