De rechten van grootouders na een scheiding
Ben je oma of opa en zie je je kleinkind(eren) niet meer na een scheiding, terwijl je dit wel zou willen? Wellicht heb je recht op een omgangsregeling!
Het komt regelmatig voor dat na een scheiding de grootouders hun kleinkind(eren) minder zien. In sommige gevallen zien de grootouders hun kleinkinderen helemaal niet meer. In deze blog bespreken we de rechten van grootouders ten aanzien van hun kleinkinderen.
De wet
Hoewel er in de wet geen specifiek recht voor grootouders staat op omgang met hun kleinkinderen, kunnen grootouders wel om omgang verzoeken bij de rechter. Dit verzoek is gebaseerd op art. 1:337a BW, waarin staat dat een kind recht heeft op omgang met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot hem staat. Wil je als oma en/of opa omgang met je kleinkind, dan dien je dus aan te tonen dat er sprake is van een dergelijke ‘nauwe persoonlijke betrekking’ tussen jou en jouw kleinkind.
Nauwe persoonlijke betrekking
Er is geen definitie van een nauwe persoonlijke betrekking, maar het houdt in ieder geval in dat jij als grootouder een groot deel van de verzorging en opvoeding van het kind op je hebt genomen. Dit gaat dus verder dan af en toe logeren of een uitstapje; verder dan het gebruikelijke contact tussen grootouder en kind. Denk bijvoorbeeld aan een structurele en intensieve oppasregeling of de situatie waarin de kleinkinderen en grootouders hebben samengewoond.
Belang van het kind
Daarnaast zal de rechter bij het beoordelen van een dergelijk verzoek altijd nagaan of een omgangsregeling met de grootouders wel in het belang van het kind is. Ook de mening van het kind zelf, dat twaalf jaar of ouder is, wordt hierbij meegewogen. De rechter zal het kind dan vragen op gesprek te komen (kindgesprek) of een brief te sturen naar de rechtbank waarin hij of zij zijn of haar mening kan geven.
Informatieregeling
Grootouders kunnen op dezelfde wijze, naast of los van een omgangsregeling, ook verzoeken om een informatieregeling. Zo’n regeling houdt in dat de ouders de grootouders op de hoogte moeten houden hoe het met het kind gaat. Dit kan bijvoorbeeld door middel van het sturen van foto’s, vertellen over de voortgang op school en het informeren over de gezondheid van het kind.
Wet drempelverlaging omgang grootouders
Onlangs is er een wetsvoorstel aangenomen dat de drempel voor grootouders om een omgangsregeling te verkrijgen zal moeten verlagen. In deze wet zal namelijk worden vastgelegd dat grootouders automatisch worden geacht een nauwe persoonlijke band met het kind te hebben. Hierdoor hoeven zij niet langer vooraf aan te tonen dat er in het verleden intensief contact met hun kleinkind was. Dit stelt de rechter in staat sneller te focussen op de vraag of een omgangsregeling in het belang van het kind is.
In de literatuur heerst er wel twijfel over de wenselijkheid van deze wetswijziging. Als de wet wordt aangenomen, ontstaat er bijvoorbeeld een onderscheid tussen het omgangsrecht van grootouders en dat van broers en zussen. Broers en zussen dienen dan namelijk nog wel de nauwe persoonlijke band te bewijzen. Bovendien zal een verlaging van de drempel voor grootouders leiden tot meer juridische conflicten alsmede loyaliteitsconflicten.
De vraag is of deze wetswijziging zelf wel in het belang van het kind is, aangezien procedures vaak geen conflicten oplossen, maar eerder bijdragen aan escalatie.
Meer weten?
Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact met ons op.